Met het oog op United Nations Internationale Weduwendag op zondag 23 juni aanstaande publiceer ik elke dag een van de zes portretten op mijn blog.
Vandaag portret nummer 3: het verhaal van Astrid, Tycho en Pierrot.
Paul is op 12 juni 2012 overleden. Hij was 42
ik 40, onze zoons Tycho 4 en Pierrot 2. Paul werkte als verkoper op de
tuinafdeling van Hornbach. Omdat Paul steeds minder plezier had in alles wat
hij voorheen wél leuk vond om te doen, besloten we om er een weekje met de
jongens tussenuit te gaan. We gingen naar een bungalowpark in Epe. Op de
bewuste dag zei Paul: “Dat hij even benzine ging halen”. Hij kwam niet meer terug.
Paul was met de auto tegen een oplegger van een vrachtwagen, die naast de kant
van de weg stond geparkeerd, gereden. Er waren geen getuigen van het ongeluk. Hij
was op slag dood. Voor mij waren er, voordat hij vertrok, op geen enkele wijze
tekenen geweest van de ernst van de zaak.
Het is nu een jaar geleden. Nu pas dringt
het langzaam tot mij door wat er allemaal gebeurd is en wat de consequenties
daarvan zijn.
Na de geboorte van Tycho ben ik gestopt met
mijn werk als doktersassistente, omdat Paul de zorg voor het kind, en later de
kinderen, te zwaar vond. Drie maanden na het overlijden van Paul zag ik een
vacature voor doktersassistente, waarop ik solliciteerde. Ik werd meteen
aangenomen. Eerst twijfelde ik nog, maar mijn huidige collega heeft mij over de
streep getrokken. Ik werk niet veel uren maar ben blij dat ik er af en toe even
uit ben. De ene week werk ik één dag en de andere week twee dagen. Binnenkort
wordt dit vermeerderd naar anderhalve dag en twee dagen.
Achteraf ben ik onze verzekeringsadviseur er
heel dankbaar voor dat hij ons een hoge risicoverzekering op het leven van Paul
adviseerde. Dat was extra duur, omdat Paul al een medisch verleden had. Door
deze uitkering is het huis nu vrij van hypotheek en heb ik zelfs een spaarpotje voor de jongens kunnen
vullen.
Ons netto maandinkomen, zonder het inkomen van
Paul en inclusief de uitkering van de ANW en het nabestaandenpensioen, is
teruggelopen naar minder dan de helft van wat we gewend waren. Als ik geen
ANW-uitkering zou ontvangen dan scheelt mij dat € 300,00 per maand. Ik kan
helaas niet meer uren gaan werken, dat red ik niet met mijn energie. Nu pas
besef ik pas goed wat er gebeurd
is. Na een jaar is de rouw niet over, hoewel veel mensen zeggen dat het goed is
dat ik dat eerste jaar bijna gehad heb. Ik ben er nog lang niet. Ik denk dat,
wanneer ik nu gedwongen zou worden meer te gaan werken, ik mij ziek zou moeten
melden.
Samen met mijn ouders, vrienden en alle
hulpverleners red ik het om er te zijn voor mijn jongens en kan ik ook nog
werken. In de toekomst, als Pierrot ook naar school gaat, zal ik vast meer uren
gaan werken.
Familienetwerkberaad
Een half jaar nadat Paul overleed is voor
Astrid door de school van Tycho een familienetwerkberaad georganiseerd. Door
een coördinator werd geïnventariseerd waar Astrid en haar kinderen hulp bij
nodig hadden. Haar familie en vrienden werden uitgenodigd om tijdens een
‘beraad’ met haar mee te denken en mee te zoeken naar oplossingen en de juiste
hulp. Op die manier is ze, onder andere, terecht gekomen bij de fijne
gastouders van haar zoons en heeft een mannelijk stel vrienden aangeboden om
als mannelijke rolmodellen voor de jongens te fungeren. Onlangs zijn Peter en
Jos samen met Astrid en de kinderen een middag naar pretpark ‘Sprookjeswonderland’
geweest. De jongens vonden het prachtig.
Naar aanleiding van het beraad hebben vier
vrienden zich opgesteld als het ‘actieteam’. Elke twee maanden spreken ze met
Astrid af om te kijken of alle hulp nog loopt en welke nieuwe problemen er
eventueel zijn.
In de regio Kennemerland waar Astrid woont, kan OCK** het
Spalier een familienetwerkberaad organiseren. Dit kan worden geregeld via een
verwijzing vanuit een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Hiervoor zijn pilots opgezet. Er is dan
geen indicatie nodig van Bureau Jeugdzorg. In andere provincies kunnen CJG’s
soms ook een familienetwerkberaad organiseren of wordt er verwezen naar een
hulpverleningsinstelling.
Er bestaat ook een ‘Eigen Kracht-conferentie’. Ook hier gaat het sociale
netwerk van de hulpvrager om tafel om een plan voor hem of haar te maken. Het
organiseren hiervan kan door de gemeente bekostigd worden, maar dit is niet
altijd zo. In dat geval moet je het zelf betalen en soms kan er, in overleg,
een oplossing komen waardoor een hulpverleningsinstelling of particulier de
rekening betaalt. "
**Orthopedagogisch
Centrum Kennemerland
*Met hartelijke dank aan Stichting De Jonge Weduwe voor haar hulp bij het tot stand komen van deze serie www.dejongeweduwe.nl
No comments:
Post a Comment